We gaan in dit bericht een samenvatting maken van onze cursus: op weg met de fiets...
1. Doe de test
In het begin van het schooljaar hebben we een test gedaan over het verkeer.
Deze test was bij de meeste leerlingen een onvoldoende.
We hebben tijdens de lessen veel bijgeleerd, dus als we de test nu nog eens zouden doen heeft iedereen zeker betere punten.
Wil jij misschien ook weten hoeveel je van het verkeer kent?
Doe dan zeker de test op: www.traphetaf.be
Doe dan zeker de test op: www.traphetaf.be
2. Borden, borden, borden
Er zijn 5 soorten verschillende categorieƫn:
- gevaar/ waarschuwingsborden
- gebodsborden
- aanwijzingsborden
- voorrangsborden
Bij de aanwijzingsborden heb je nog 2 subcategorieƫn:
~ reddingsborden
~ brandbestreidingsborden
~ reddingsborden
~ brandbestreidingsborden
Deze borden kan je herkennen aan hun kleur en vorm.
Sommige borden kan je ook herkennen aan de tekening die op het bord staat.
Als je deze borden kent kan je op straat alle borden herkennen.
3. Fietspaden enzo...
Welke soorten zijn er allemaal?:
- gewone fietspaden
Daar heb je voorrang, en daar mogen auto's niet op parkeren.
Dat is geen fietspad!
Je hebt er dus geen voorrang en hier mogen auto's wel rijden of stilstaan.
- oversteekplaatsen
Hier heb je geen voorrang.
- fietsopstelvak
Dit is een vak voorbehouden voor fietsers, voor de stopstreep.
Zo sta je voor de auto's en kan je als eerste doorrijden, dit is ook veiliger omdat de auto's je dan al gezien hebben.
4. de dode hoek/ blinde zone
De dode hoek is een ruimte rond de vrachtwagen die de chauffeur niet kan zien vanachter zijn stuur.
Maar hoe kan je nu een dode hoek-ongeval vermijden?
- wacht achter de vrachtwagen en steek hem niet voorbij
- probeer oogcontact te maken met de chauffeur
(als jij de chauffeur hebt gezien wilt dat niet zeggen dat de chauffeur jou ook heeft gezien)
- enz.
Op deze foto zie je de dode hoek van een vrachtwagen.
5. C-U
Wat is er verplicht op je fiets?
verlichting:
- vooraan: wit/ geel licht
- achteraan: rood licht
reflectoren:
- vooraan: witte reflector
- achteraan: rode reflector
- banden: 2 oranje reflectoren tussen de spaken van elk wiel/ witte reflecterende strook op de banden
- trappers: 2 oranje reflectoren op elke trapper
Als je deze dingen allemaal hebt en ze werken dan ben je goed zichtbaar en wettelijk in orde.
Nog enkele weetjes:
- Reflectoren moeten op alle fietsen (ook mountainbikes, racefietsen, kinderfietsen, ligfietsen en vouwfietsen) uitgerust zijn.
- Je mag je lichten op de fiets of op je kledij of rugzak bevestigen.
- Het rode achterlicht moet 's nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn van op een afstand van 100m minimum.
- De verlichting moet werken tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, en overdag als de zichtbaarheid minder dan 200m is.
6. Versnelling en Verzet
Er zijn 3 soorten overbrengingen:
- kettingoverbrengingen
- tandwieloverbrengingen
-wieloverbrengingen
Wij hebben het vooral gehad over ketting- en tandwieloverbrengingen.
Tandwieloverbrengingen:
Een tandwiel is een ronde met tanden. Deze tanden haken in de tanden van een andere ronde, een ander tandwiel dus. Zo breng je een beweging over. Hoe meer tanden, hoe sneller, hoe minder tanden hoe trager. Een kleiner tandwiel heeft minder tanden en zal een tragere beweging overbrengen. Tandwielen draaien altijd in de tegengestelde richting van het voorliggende tandwiel.
Kettingoverbrengingen:
Je kan tandwielen ook verbinden met een ketting. Bij een kettingoverbrenging draaien de volger en de drijver in dezelfde richting. (het eerste tandwiel= de drijver de andere tandwielen zijn de volgers)
Overbrengingsverhouding:
Dat is het aantal omwentelingen van het achterwiel als je je trapper 1 keer laat ronddraaien. Je kan dit uitrekenen door het aantal tanden van de drijver te delen door het aantal tanden van de volger.
bv: 46:25= 1.84 (net geen 2 omwentelingen)
Kracht:
Als je met een groot tandwiel een klein tandwiel snel wil laten draaien, moet je veel kracht zetten.
Dat is dus ook omgekeerd, en wel interessant als je een berg wilt oprijden.
Verzet:
Dat is de afstand die je aflegt als je 1 keer een volledige draai met je trappers maakt. je kan dit uitrekenen door de overbrengingsverhouding . d (diameter van het wiel) . pi (3,14)= het verzet.
bv: 46:25 . 0,68m . 3,14= 3,92 m
Samengevat:
= laagste versnelling/ er is een vertraging
bewegingssnelheid= evengroot
= hoogste versnelling/ er is een versnelling
7. Lekke band
Je hebt misschien al eens een lekke band gehad, en je wist toen niet wat je moest doen. Dus je brengt je fiets maar naar de fietsenwinkel maar dan ben je veel geld kwijt. Het is eigenlijk niet zo moeilijk, we hebben het in de klas zelf geprobeerd en dat was bij de meeste toch goed gelukt. Op deze foto zie je wat je er allemaal voor nodig hebt om zelf een band te plakken.
Bandenlichters, schuurpapier, solutie, plakkers, een pomp en een pen of stift.
We hebben nog een filmpje waar je kan zien hoe je te werk moet gaan.
https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=EF_r_OcT5PM
Hopelijk vonden jullie het leerrijk en interessant,
Groetjes het BEE-team :)
Je hebt er dus geen voorrang en hier mogen auto's wel rijden of stilstaan.
- oversteekplaatsen
Hier heb je geen voorrang.
- fietsopstelvak
Dit is een vak voorbehouden voor fietsers, voor de stopstreep.
Zo sta je voor de auto's en kan je als eerste doorrijden, dit is ook veiliger omdat de auto's je dan al gezien hebben.
4. de dode hoek/ blinde zone
De dode hoek is een ruimte rond de vrachtwagen die de chauffeur niet kan zien vanachter zijn stuur.
Maar hoe kan je nu een dode hoek-ongeval vermijden?
- wacht achter de vrachtwagen en steek hem niet voorbij
- probeer oogcontact te maken met de chauffeur
(als jij de chauffeur hebt gezien wilt dat niet zeggen dat de chauffeur jou ook heeft gezien)
- enz.
Op deze foto zie je de dode hoek van een vrachtwagen.
5. C-U
Wat is er verplicht op je fiets?
verlichting:
- vooraan: wit/ geel licht
- achteraan: rood licht
reflectoren:
- vooraan: witte reflector
- achteraan: rode reflector
- banden: 2 oranje reflectoren tussen de spaken van elk wiel/ witte reflecterende strook op de banden
- trappers: 2 oranje reflectoren op elke trapper
Als je deze dingen allemaal hebt en ze werken dan ben je goed zichtbaar en wettelijk in orde.
Nog enkele weetjes:
- Reflectoren moeten op alle fietsen (ook mountainbikes, racefietsen, kinderfietsen, ligfietsen en vouwfietsen) uitgerust zijn.
- Je mag je lichten op de fiets of op je kledij of rugzak bevestigen.
- Het rode achterlicht moet 's nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn van op een afstand van 100m minimum.
- De verlichting moet werken tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, en overdag als de zichtbaarheid minder dan 200m is.
6. Versnelling en Verzet
Er zijn 3 soorten overbrengingen:
- kettingoverbrengingen
- tandwieloverbrengingen
-wieloverbrengingen
Wij hebben het vooral gehad over ketting- en tandwieloverbrengingen.
Tandwieloverbrengingen:
Een tandwiel is een ronde met tanden. Deze tanden haken in de tanden van een andere ronde, een ander tandwiel dus. Zo breng je een beweging over. Hoe meer tanden, hoe sneller, hoe minder tanden hoe trager. Een kleiner tandwiel heeft minder tanden en zal een tragere beweging overbrengen. Tandwielen draaien altijd in de tegengestelde richting van het voorliggende tandwiel.
Kettingoverbrengingen:
Je kan tandwielen ook verbinden met een ketting. Bij een kettingoverbrenging draaien de volger en de drijver in dezelfde richting. (het eerste tandwiel= de drijver de andere tandwielen zijn de volgers)
Overbrengingsverhouding:
Dat is het aantal omwentelingen van het achterwiel als je je trapper 1 keer laat ronddraaien. Je kan dit uitrekenen door het aantal tanden van de drijver te delen door het aantal tanden van de volger.
bv: 46:25= 1.84 (net geen 2 omwentelingen)
Kracht:
Als je met een groot tandwiel een klein tandwiel snel wil laten draaien, moet je veel kracht zetten.
Dat is dus ook omgekeerd, en wel interessant als je een berg wilt oprijden.
Verzet:
Dat is de afstand die je aflegt als je 1 keer een volledige draai met je trappers maakt. je kan dit uitrekenen door de overbrengingsverhouding . d (diameter van het wiel) . pi (3,14)= het verzet.
bv: 46:25 . 0,68m . 3,14= 3,92 m
Samengevat:
= laagste versnelling/ er is een vertraging
bewegingssnelheid= evengroot
= hoogste versnelling/ er is een versnelling
7. Lekke band
Je hebt misschien al eens een lekke band gehad, en je wist toen niet wat je moest doen. Dus je brengt je fiets maar naar de fietsenwinkel maar dan ben je veel geld kwijt. Het is eigenlijk niet zo moeilijk, we hebben het in de klas zelf geprobeerd en dat was bij de meeste toch goed gelukt. Op deze foto zie je wat je er allemaal voor nodig hebt om zelf een band te plakken.
Bandenlichters, schuurpapier, solutie, plakkers, een pomp en een pen of stift.
We hebben nog een filmpje waar je kan zien hoe je te werk moet gaan.
https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=EF_r_OcT5PM
Hopelijk vonden jullie het leerrijk en interessant,
Groetjes het BEE-team :)